donderdag 8 januari 2015

Smartphone of kind?

'Mama, zit je nu weer op je telefoon', zegt mijn dochter van zes geirriteerd.
Ai! Dat komt aan. Ik weet dat ze gelijk heeft en toch verdedig ik mezelf. Daarna neem ik me voor niet zo vaak meer met mijn smartphone bezig te zijn. Die tijd en aandacht kan ik beter aan de kinderen besteden.

Het is duidelijk dat ik het verkeerde voorbeeld geef. De kinderen zijn net zo 'schermpjesgek' als ik en dat mag ook best veranderen. Het spreekwoord 'verander de wereld, begin bij jezelf' is hier van toepassing. En dat is moeilijker dan ik dacht. De 'app' staat niet stil, Twitter en Facebook blijven trekken en af en toe mail checken is geen overbodige luxe. Hoe pak ik dit aan?

Bij de zwemles van dochterlief word ik met mijn neus op de feiten gedrukt. In de kleedkamer is een moeder druk bezig met haar telefoon. Haar zoontje zegt wat, vraag iets en krijgt geen reactie. Hij herhaalt het en blijft het proberen. Zijn moeder reageert niet en na enkele minuten wordt ze boos omdat hij haar stoort en nog niet omgekleed is. Ik kijk vanuit mijn ooghoeken toe en verbaas me over haar gedrag. Wat doet ze nou? Waarom krijgt haar telefoon zoveel aandacht en gunt ze haar zoon geen blik waardig? Wat is er belangrijk op dat moment? Het jongetje moet naar zijn zwemles...

Ik herken het en bedenk me dat ik dit ook wel eens doe. Op andere momenten, maar toch. Alsof me een spiegel voorgehouden wordt. Ik schaam me. Wat is nou belangrijk? Mijn kind of mijn telefoon? Contact met mensen om me heen of mijn telefoon? Het is overduidelijk. Dit moet veranderen.

Na de zwemles volgt er weer een voorbeeld. Deze keer staat er een moeder in een overvolle kleedkamer te telefoneren. Ze kijkt geirriteerd om zich heen omdat het er zo luidruchtig is. Vol ongeloof kijk ik haar aan. Haar zoontje worstelt ondertussen met zijn zwembroek, handdoek, kleding en schoenen en zij heeft het niet door. Hoe is het mogelijk? Ik bied hem een helpende hand. De volgende keer kan ze hem afzetten en ophalen. Meer toegevoegde waarde heeft ze niet. En het jongetje weet dan dat hij er echt alleen voorstaat.

Wat is het goed om dit in de praktijk te zien en ervan te leren. Ik neem me voor het anders te gaan doen. Minder telefoon, meer echt contact! En dat heb ik na de eerste ervaring in de kleedkamer meteen toegepast.

Tussen het begin en einde van de zwemles moet ik toch naar mijn telefoon grijpen. Deze keer om een goede reden: de huisarts bellen. Mijn zoon voetbalt tijdens het zwemmen altijd in een naastgelegen sporthal en heeft zijn voet bezeerd. Daarvoor is mijn telefoon. Blij dat ik 'm altijd bij me heb, maar hij blijft vaker in mijn tas.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten